
Keukentafelpraat
“Hallo oma, hallo, ik kom iets terugbrengen.” Ratel-de-ratel komt kleinzoon binnen. Hij zwaait een grote tas voor mijn neus heen en weer. “Kijk oma, hier zitten de laarzen van opa in. Die heeft papa gebruikt.”
Het ‘Adviesplein gemeente en gezin’ is ontstaan vanuit de Gereformeerde Gemeenten om een overzicht van toerusting, advies en hulp te bieden aan onder andere ambtsdragers, opvoeders en gemeenteleden.

“Hallo oma, hallo, ik kom iets terugbrengen.” Ratel-de-ratel komt kleinzoon binnen. Hij zwaait een grote tas voor mijn neus heen en weer. “Kijk oma, hier zitten de laarzen van opa in. Die heeft papa gebruikt.”

De ‘menselijke maat’ moet terugkomen.
Niet hier en daar, of ergens op de achtergrond… Nee, onze minister-president – ambitieus als altijd – zei het zo: “ Elke organisatie en toezichthouder moet een plan maken hoe de menselijke maat weer vooróp moet komen te staan.” Dan is wel duidelijk: die menselijke maat moet van ver komen.

“Ik doe niet meer mee met dat stomme spel! Ze spelen allemaal vals, de stomme idioten!” Bam! Met een knal vliegt de deur dicht en stampt zoonlief de trap op. “Een leeuwreactie”, concludeert zijn zus. Flink wat heftigheid, dus dat is duidelijk.

“Mam, hoe voelt dat: water op je hoofd? Is het warm of koud water? Ik vind het eigenlijk best wel spannend.” Zomaar wat vragen die tijdens de maaltijd ter sprake komen. Deze weken is dit hét onderwerp van gesprek bij ons thuis. We realiseren ons dat het voor de kinderen ook heel wat vragen oproept nu ze binnenkort gedoopt mogen worden. Praktische vragen over waar ze in de kerk zitten, hoe alles gaat, maar ook over de rijke betekenis van de doop. Een baby stelt deze vragen niet, maar op deze leeftijd maken de kinderen het heel bewust mee.

De eerste normale dag na de feestdagen. Moment van bezinning. Ik kijk eens om me heen. Wasmanden vol was een rommelig vloeroppervlak appende puber tiener die foto’s bewerkt en stoeiende jongens. Ik bedenk dat ik nog diverse werkafspraken moet plannen, administratie te doen heb, deze column moet schrijven en een aantal uur wil studeren vandaag.

Mijn vingers aarzelen boven het toetsenbord. Brengt deze kop mensen niet op nare gedachten? Een column mag prikkelen, misschien juist in Adventstijd… De woorden blijven haken vanaf het moment dat ze uit een krantenartikel sprongen:

Het wachten kan beginnen! We hebben de cursus voor aspirant-pleegouders afgerond. In het laatste gesprek kregen we te horen dat de pleegzorginstelling ons graag als pleegouders in hun bestand op willen nemen. Toen de vraag kwam per wanneer we open staan voor de plaatsing van een kindje, hebben we aangegeven dat we per direct ‘open’ staan. De pleegzorginstelling geeft aan dat het best wel eens een poosje kan duren voordat ze met een voorstel komen in verband met onze identiteit.

De lachende man in de rolstoel is onze zoon Peter (35). De lachende vrouw naast hem is Hanna. Over haar dadelijk meer.

“Mam, wat moet ik doen? Ik verveel me…” Oh nee, niet weer die vraag! Ik zucht. Wat moet ik ermee? De stemming in huis wordt er niet beter op als ik elke dag meerdere keren deze vraag krijg.
Onze dochter van elf was in coronatijd rond koffietijd klaar met haar huiswerk. Ook de andere kinderen die op de basisschool zitten, waren om half twaalf toch zeker klaar. Nu heeft onze dochter tal van hobby’s en kan ze zichzelf goed bezighouden, maar ik merkte bij allemaal de behoefte aan interactie met andere mensen.

Zodra de kleinkinderen niet meer naar school mogen, app ik: ‘Meiden, met elkaar zetten we de schouders onder het thuisonderwijs.’ Er komt weinig tot geen respons. Misschien kijken ze het nog even aan hoe zich dat ontwikkelt?
