
Ik mis je
Een poosje geleden werd ik weer met mijn neus op de feiten gedrukt. Een harde les, maar een les die ik graag door wil geven. Het is een les voor elke leidinggevende, maar vooral voor elk gemeentelid.
Het ‘Adviesplein gemeente en gezin’ is ontstaan vanuit de Gereformeerde Gemeenten om een overzicht van toerusting, advies en hulp te bieden aan onder andere ambtsdragers, opvoeders en gemeenteleden.
Een poosje geleden werd ik weer met mijn neus op de feiten gedrukt. Een harde les, maar een les die ik graag door wil geven. Het is een les voor elke leidinggevende, maar vooral voor elk gemeentelid.
Soms krijg je de indruk dat er geen goed zicht is op het leven van jongeren. Menigmaal hoor je ambtsdragers zeggen: “Waar is de genade van de oude tijd gebleven?” Het komt mij vaak voor alsof er dan bedoeld wordt dat de Heere niet meer werkt. Meestal wijzen die ambtsdragers dan naar de jongeren. Laat ik dan ter bemoediging iets delen. Kort geleden kreeg ik van een jongere onderstaand bericht. Het was een fragment uit haar dagboekje. “U moet er maar niet teveel van denken hoor”, zo reageerde ze achteraf. Maar de teerheid in deze woorden spreekt vanzelf.
Geconcentreerd en serieus speelt onze oudste zoon zijn oefeningen voor hoornles. Sinds september volgt hij wekelijks lessen. Als moeder bemoedig ik hem: “Dit stukje ging al heel goed. En dat na 2 keer oefenen. Zullen we het nog eens doen en dan de hoge D erbij nemen?”
Hij zag er als een berg tegenop. Ik voelde helemaal met hem mee. Onze kleinzoon is nog maar vijf. En ik was een jaar of acht toen ik me in de strijd moest werpen om een zwemdiploma te bemachtigen. En ik vond het vreselijk. Op dinsdagavond maakte ik veel stampij om de volgende dag maar alstublieft thuis te kunnen blijven.
Gek is dat eigenlijk. Ik heb altijd weinig tijd. Ik plan mijn agenda zo in, dat alle afspraken precies passen. En als iemand vraagt: “Joh, kan jij van de week afspreken”, dan luidt het antwoord: “Ik zal eens kijken of ik nog een gaatje in mijn agenda heb”. Herken je dat ook?
“O nee! Niet weer, hè?” roep ik uit. “Jan, het motorlampje brandt!” Alsof manlief dat niet meteen ziet… Op de achterbank is het meteen stil. Jan kijkt niet naar me, heeft alleen een ‘sssst…maak niet zoveel heisa’- uitdrukking op zijn gezicht en rijdt rustig verder. De kracht van de motor neemt af.
Zes weken zomervakantie zweefden in een zucht voorbij. Het nieuwe schooljaar wenkt, met alles wat ze in zich verborgen heeft. Ik voel de verantwoordelijkheid voor zoveel kwetsbare kinderen op me af komen. Dat merk ik ook bij de collega’s. Daarom is het goed om als team het nieuwe cursusjaar eerst te luisteren naar de Bijbel. Dit jaar vanuit Genesis 33.
De regen striemt tegen de ramen. Buiten én binnen stormt het. Na 3 dagen binnen zitten zijn de kinderen het zat. Speelgoed vliegt door de lucht en een paar rake klappen vallen. Gepaard gaand met de nodige indianenkreten. Leve de herfstvakantie! Zie als moeder deze herfststorm maar eens te trotseren…
Kuddegedrag is nu niet meteen een positief woord. Wij zeggen dat van mensen die als een ‘kip zonder kop’ de meute volgen. Gewoon als domme koeien doen wat anderen doen. Maar misschien is er ook een andere kant. Kan kuddegedrag een positieve lading krijgen?
Het is regenachtig en een beetje triest weer. De kinderen zijn vrij vanwege een studiedag. De eerste helft van de morgen hebben de kinderen zich prima vermaakt. Maar de jongens zijn nu duidelijk toe aan wat anders. “Mam, ik verveel me… Weet u nog iets leuks om te doen?”