Het ‘Adviesplein gemeente en gezin’ is ontstaan vanuit de Gereformeerde Gemeenten om een overzicht van toerusting, advies en hulp te bieden aan onder andere ambtsdragers, opvoeders en gemeenteleden.
‘Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt.’
“Ja, we zijn allemaal zondig. Onbekwaam tot enig goed en geneigd tot alle kwaad.” Tijdens menig pastoraal bezoek wordt dit instemmend beaamd. Maar dan stopt het vaak. Het is een algemene waarheid, die – naar je hoopt ogenschijnlijk – de spreker van deze woorden weinig doet. Wanneer je dan vervolgens vraagt: “Kunt u dan eens tien zonden van vandaag noemen?”, dan blijft het vaak beklemmend stil. Bespreken en beleven, mond en hart blijken vaak niet dezelfde taal te spreken.
Een oudere vrouw heeft ontzettend veel meegemaakt. Een gebroken huwelijk, een traumatische jeugd, kinderen die uit huis zijn geplaatst. Ze heeft talloze gesprekken gehad met hulpverleners, therapeuten en psychologen. De situatie is complex en lijkt muurvast te zitten. Wie is dader en wie is slachtoffer? Wat moet je als ambtsdrager nog toevoegen? Op welke manier moet je het gesprek aangaan? Hoe voorkom je dat je de zoveelste in de rij wordt?
Onlangs hoorde ik verschillende verhalen van afhakers. De één was heel betrokken op de gemeente, de ander stond wat meer aan de rand. De overeenkomst in hun verhaal raakte me. Eerst waren ze in meer of mindere mate overtuigd van de waarheid van het Woord van God. In verschillende omstandigheden kwam de vraag op: is het wel echt waar? Langzaam maar zeker werden het menselijke verhalen over God. De een zag het zus en de ander zo. Tenslotte werd de keus gemaakt om de christelijke levensvisie in te wisselen voor een andere levensvisie.
Corona. In nauwelijks enkele maanden tijd is er niets wat nog buiten bereik van dit virus blijft: kerk en school, economie en gezondheidszorg, oud en jong, landbouw en defensie. Angst en twijfel tekenen de samenleving. Het is nood in de wereld. ‘Nood leert bidden’ , zegt men. Maar om me heen zie ik iedereen druk met rekenen… Aantallen, procenten, kansen, berekeningen… Alle aandacht gaat naar de toekomst: ‘Wanneer kan ik weer…?’ Zoiets moet toch overgaan?
Het is Christus Zelf, Die het herdersambt op de schouders van Petrus legt. Na een drievoudige verloochening is hij door Christus met een drievoudige roeping geroepen om de lammeren en schapen te hoeden en te weiden (Johannes 21). Christus spreekt over Mijn lammeren en Mijn schapen. De kudde is eigendom van de overste Herder (1 Petrus 5:4). De herders staan in dienst van de goede en overste Herder. Christus Zelf roept herders tot het herdersambt (predikant en ouderling). Als de goede Herder – de ‘Pastor bonus’ – geeft Hij het voorbeeld van pastoraat. Pastoraat zou je kunnen vertalen als ‘herderlijke zorg’. Ieder die tot pastoraat geroepen wordt, mag in de sporen van de goede Herder gaan.