Praatpaal
Nog niet zo lang geleden zag je ‘m langs de snelweg: een felgele praatpaal. Het was een middel voor communicatie op de autoweg. Een hulpmiddel om in contact te komen met iemand die helpen kan.
Het ‘Adviesplein gemeente en gezin’ is ontstaan vanuit de Gereformeerde Gemeenten om een overzicht van toerusting, advies en hulp te bieden aan onder andere ambtsdragers, opvoeders en gemeenteleden.
Nog niet zo lang geleden zag je ‘m langs de snelweg: een felgele praatpaal. Het was een middel voor communicatie op de autoweg. Een hulpmiddel om in contact te komen met iemand die helpen kan.
“Kijk, mam…dit is de tekening die ik van de preek gemaakt heb.”
Onze dochter van elf legt een potloodtekening voor me. Twee handen bovenin de rechterhoek (God de Vader) geven ruimte aan de hand van Jezus Die Zich uitstrekt om een geboeide hand (van een verloren zondaar) uit het vuur van de hel te redden. De duif als symbool van de Heilige Geest links daarboven. Daaronder een schakelketting waarin God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest weer door twee handen ontvangen worden.
Tijdens de tweede schoolsluiting zijn de kinderen – met de kerstvakantie meegerekend – vijf weken thuis geweest. De meesten althans. Voor sommige leerlingen maakten we een uitzondering.
Een koffer is best een persoonlijk item. Hij wordt meestal volgestopt met dingen die belangrijk voor je zijn. Dingen die je meeneemt op reis, naar een ver land of als je een gezellig weekendje weggaat. Voor mij heeft het woordje koffer een positieve lading. Toch is hier sinds 23 januari een verandering in gekomen. Het is toch een vervelender woord dan ik dacht. Als ik nu ’s avonds na een lange werkdag een bakje koffie wil drinken bij mijn ouders, dan pak ik geen handtas, maar mijn koffer. Ik stop hem vol met kleding, een boek voor mijn werk, een Bijbel, de oplader van mijn laptop, mijn toilettas, etc. Logeren op zichzelf is geen vervelende activiteit, maar ik vind de reden waarom ik moet logeren moeilijk. De avondklok is een maatregel die het stukje sociale activiteiten wat ik in mijn leven had, nog meer heeft afgenomen.
“Mam, hoe voelt dat: water op je hoofd? Is het warm of koud water? Ik vind het eigenlijk best wel spannend.” Zomaar wat vragen die tijdens de maaltijd ter sprake komen. Deze weken is dit hét onderwerp van gesprek bij ons thuis. We realiseren ons dat het voor de kinderen ook heel wat vragen oproept nu ze binnenkort gedoopt mogen worden. Praktische vragen over waar ze in de kerk zitten, hoe alles gaat, maar ook over de rijke betekenis van de doop. Een baby stelt deze vragen niet, maar op deze leeftijd maken de kinderen het heel bewust mee.
De eerste normale dag na de feestdagen. Moment van bezinning. Ik kijk eens om me heen. Wasmanden vol was een rommelig vloeroppervlak appende puber tiener die foto’s bewerkt en stoeiende jongens. Ik bedenk dat ik nog diverse werkafspraken moet plannen, administratie te doen heb, deze column moet schrijven en een aantal uur wil studeren vandaag.
Mijn vingers aarzelen boven het toetsenbord. Brengt deze kop mensen niet op nare gedachten? Een column mag prikkelen, misschien juist in Adventstijd… De woorden blijven haken vanaf het moment dat ze uit een krantenartikel sprongen:
Het is kwart over vijf ’s middags als ik de straat van mijn oom en tante in rijd. Een klein toetertje en mijn neefje komt al aanrennen. Hij springt in de auto: “wat gaan we eten?” “Dat mag jij kiezen”, zeg ik. Hij kijkt me aan: “oei… dat vind ik juist zo moeilijk.” “Zullen we dan een paar dingen bedenken waar je uit kunt kiezen?” Ondertussen rijden we de straat uit. “Wat een geluk heb ik hé”, zegt hij en hij kijkt een beetje schuin mijn kant op. “Waarmee?”, vraag ik. “Dat jij zo dichtbij woont!” Ik glimlach. “En weet je? Ik heb ook zo’n geluk.” Hij lacht: “omdat ik dicht bij jou woon zeker?” Ja!
Binnen een half uur staan we weer buiten. We hebben net een zitting in de rechtbank achter de rug. Het ging over de voogdij over de kinderen. De rechter spreekt uit dat wij de voogdij over onze pleegkinderen toegedeeld krijgen. Wat een bijzonder moment! Op deze manier hebben we nu toch kinderen mogen ontvangen… Natuurlijk zijn we blij dat wij nu, na jaren wachten, zelf de beslissingen over de kinderen mogen nemen, dat we niet meer te maken hebben met de steeds wisselende voogden en dat het nu juridisch rond is dat deze kinderen altijd bij ons mogen blijven. Toch voelt het ook zo dubbel. Want wat is het verdrietig voor deze biologische ouders als zelfs dit laatste (het gezag over je kind) je helemaal uit handen wordt genomen.
Sinds we puber- en tienermeiden in ons huis hebben, is ons leven vele malen levendiger en boeiender geworden.