
Boos
“Weet u waar ik heel goed in ben?” Met een grote frons tussen zijn wenkbrauwen en fonkelende ogen kijkt hij me aan.
Het ‘Adviesplein gemeente en gezin’ is ontstaan vanuit de Gereformeerde Gemeenten om een overzicht van toerusting, advies en hulp te bieden aan onder andere ambtsdragers, opvoeders en gemeenteleden.

“Weet u waar ik heel goed in ben?” Met een grote frons tussen zijn wenkbrauwen en fonkelende ogen kijkt hij me aan.

Het huis ruikt naar pannenkoeken, de afzuigkap loeit en ik ben druk bezig. Vanmiddag vieren we voor de vriendjes van Joris zijn verjaardag. Boven het geluid van de afzuigkap hoor ik ineens de telefoon gaan. Ik zie dat onze pleegzorgwerker belt. Zij belt meestal als er bijzonderheden zijn of als ik een vraag heb gesteld. Ik heb nu geen vragen gesteld, dus afwachten waarom ze belt.

“Kijk, mam…dit is de tekening die ik van de preek gemaakt heb.”
Onze dochter van elf legt een potloodtekening voor me. Twee handen bovenin de rechterhoek (God de Vader) geven ruimte aan de hand van Jezus Die Zich uitstrekt om een geboeide hand (van een verloren zondaar) uit het vuur van de hel te redden. De duif als symbool van de Heilige Geest links daarboven. Daaronder een schakelketting waarin God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest weer door twee handen ontvangen worden.

Tijdens de tweede schoolsluiting zijn de kinderen – met de kerstvakantie meegerekend – vijf weken thuis geweest. De meesten althans. Voor sommige leerlingen maakten we een uitzondering.

“Mam, hoe voelt dat: water op je hoofd? Is het warm of koud water? Ik vind het eigenlijk best wel spannend.” Zomaar wat vragen die tijdens de maaltijd ter sprake komen. Deze weken is dit hét onderwerp van gesprek bij ons thuis. We realiseren ons dat het voor de kinderen ook heel wat vragen oproept nu ze binnenkort gedoopt mogen worden. Praktische vragen over waar ze in de kerk zitten, hoe alles gaat, maar ook over de rijke betekenis van de doop. Een baby stelt deze vragen niet, maar op deze leeftijd maken de kinderen het heel bewust mee.

De eerste normale dag na de feestdagen. Moment van bezinning. Ik kijk eens om me heen. Wasmanden vol was een rommelig vloeroppervlak appende puber tiener die foto’s bewerkt en stoeiende jongens. Ik bedenk dat ik nog diverse werkafspraken moet plannen, administratie te doen heb, deze column moet schrijven en een aantal uur wil studeren vandaag.

Mijn vingers aarzelen boven het toetsenbord. Brengt deze kop mensen niet op nare gedachten? Een column mag prikkelen, misschien juist in Adventstijd… De woorden blijven haken vanaf het moment dat ze uit een krantenartikel sprongen:

Binnen een half uur staan we weer buiten. We hebben net een zitting in de rechtbank achter de rug. Het ging over de voogdij over de kinderen. De rechter spreekt uit dat wij de voogdij over onze pleegkinderen toegedeeld krijgen. Wat een bijzonder moment! Op deze manier hebben we nu toch kinderen mogen ontvangen… Natuurlijk zijn we blij dat wij nu, na jaren wachten, zelf de beslissingen over de kinderen mogen nemen, dat we niet meer te maken hebben met de steeds wisselende voogden en dat het nu juridisch rond is dat deze kinderen altijd bij ons mogen blijven. Toch voelt het ook zo dubbel. Want wat is het verdrietig voor deze biologische ouders als zelfs dit laatste (het gezag over je kind) je helemaal uit handen wordt genomen.

Sinds we puber- en tienermeiden in ons huis hebben, is ons leven vele malen levendiger en boeiender geworden.

Het bleef tot het laatste moment spannend of het allemaal door kon gaan. Als er iets is waar onze leerlingen moeite mee hebben dan is het onzekerheid. Dagelijks vuurden de kinderen hun vragen af. “Gaan we nog op kamp, meester? Mag het van de GGD? Het zwembad is zeker gesloten? We gaan gewoon zoveel mogelijk dingen doen…”

