Herderszorg
Het is Christus Zelf, Die het herdersambt op de schouders van Petrus legt. Na een drievoudige verloochening is hij door Christus met een drievoudige roeping geroepen om de lammeren en schapen te hoeden en te weiden (Johannes 21). Christus spreekt over Mijn lammeren en Mijn schapen. De kudde is eigendom van de overste Herder (1 Petrus 5:4). De herders staan in dienst van de goede en overste Herder. Christus Zelf roept herders tot het herdersambt (predikant en ouderling). Als de goede Herder – de ‘Pastor bonus’ – geeft Hij het voorbeeld van pastoraat. Pastoraat zou je kunnen vertalen als ‘herderlijke zorg’. Ieder die tot pastoraat geroepen wordt, mag in de sporen van de goede Herder gaan.