Taboe doorbreken

Zij die worstelen met homoseksuele geoelens moeten binnen de chriselijke gemeente weten waar ze aan toe zijn. Omdat het in de regel vooral om jonge mensen gaat, moet voorkomen worden dat ze in een negatieve spriraal van wanhoop en depressie en eenzaamheid tereichtkomen. Om het zwijgen te doorbreken, moet er in de gemeente niet alleen bezinning komen op dit onderwerp, maar ook openheid, opdat homoseksuelen met hun gevoelens naar buiten durven komen.

Het zwijgen doorbreken betekent niet dat daarmee de homoseksuele leefwijze wordt geaccepteerd. Acceptatie in Bijbelse zin is wat anders dan tolereren. Het gaat erom, dat we elkaar in het 'anders zijn' aanvaarden. Het is een misverstand dat acceptatie van iemand met homoseksuele gevoelens bij voorbaat de sluizen openzet voor acceptatie van de homoseksuele leefwijze. Het is ook een misverstand dat, wanneer we iemand niet de ruimte geven om zijn/haar homoseksuele gevoelens uit te leven, we hem/haar als mens niet zouden aanvaarden.

Kerk moet gehoorzaam zijn aan het Woord

Niet het tijdsverschil maakt de Bijbel voor velen in onze tijd tot een 'vreemd' boek, maar de inhoud. De inhoud staat namelijk haaks op de inzichten en de meningen die alle ruimte willen geven aan de homoseksuele levenswijze. De kerk is geroepen om trouw te blijven aan de Goddelijke normen en waarden die ons vanuit de Bijbel zijn overgeleverd, die in de chriselijke traditie altijd leidend zijn geweest en die wij ook in deze tijd niet kunnen en mogen opgeven Het gezag van Gods Woord mag niet wijken voor wat mensen vinden en denken. Het indringende appel op de christelijke naastenliefde mag geen opening zijn om Bijbelse normen en waarden aan te passen aan menselijke gevoelens.

Het gesprek moet gevoerd worden, maar hoe open?

Het open tegemoet treden van personen die worstelen met hun seksuele leefwijze of hun sekuele identiteit is nodig. Het woord dat bij deze benadering het beste past is: respect. Heel belangrijk is dat een persoon die homoseksueel is, niet bij voorbaat veroordeeld wordt op grond van een algemene opvatting. Daarom moet het gesprek vaak in fasen verlopen.
Eerst is nodig een juist beeld van iemand te krijgen en van de manier waarop hij met zijn seksuele identiteit worstelt. Ook zal er plaats moeten zijn voor emotionele ondersteuning. Als iemand lang verborgen gevoelens eindelijk op tafel durft te leggen, gaat dat gepaard met veel emoties. Dit kan op zichzelf al bevrijdend zijn. Wel is nodig dat het gesprek daarna verder komt en niet blijft steken in emoties.
Er is voorzichtigheid en ook wijsheid nodig om vanuit Gods Woord op de persoon toegesneden onderwijs te geven. Dit onderwijs kan zowel adviserend als vermanend van aard zijn. Wat is het een wonder als iemand openstaat voor wat de Heere zegt en gebiedt. Dit kan de weg openen naar een stuk heling, in de zin van leren omgaan met gevoelens. Te allen tijde blijft belangrijk dat de desbetreffende persoon een vertrouwensband ervaart en voelt dat er iemand naast hem/haar staat die nabij is en die betrokken is bij zijn/haar worsteling.

Oog voor de gebrokenheid in de samenleving

Iemand uit de gemeente die te kennen geeft homoseksueel te zijn, heeft vaak al vele malen geprobeerd zichzelf op dat punt te veranderen. Zo iemand heeft al een heel gevecht met zichzelf gevoerd. Dat dit eenzaamheid en soms ook wanhoop met zich mee kan brengen, ligt voor de hand. Als zo iemand te horen krijgt dat hij maar moet bidden of God zijn gevoelens wil wegnemen, wordt dat ervaren als een ernstig bagatellliseren van zijn gerichtheid. Waarschijnlijk heeft hij/zij dat al zo vaak gevraagd en dat gebed is nooit verhoord. Zo iemand ervaart op dit punt in het eigen leven de gebrokenheid van de schepping. Men kan zich afgewezen voelen, niet alleen door mensen, maar ook door de Heere. Het bespreekbaar maken van deze gebrokenheid kan het begin zijn van een moeizaam pad waarin stap voor stap geleerd wordt ermee om te gaan.

Dit vraagt pastorale begeleiding, want het gaat hier om zelfverloochening. Zelfverloochening kan alleen geleerd worden met hulp van de Heere en door te buigen voor Hem. Zelfverloochening betekent: nee-zeggen tegen jezelf, tegen wie je bent. Zelfverloochening is niet hetzelfde als verdringing. Bij verdringing is er spraken van miskenning van gevoelens. Bij zelfverloochening komen ze juist tevoorschijn om er vervolgens tegen te strijden.

Kruisdragen

Zelfverloochening betekent kruisdragen. Mijn diepste verlangens - die er zijn maar er niet behoren te zijn - zullen geen vervulling vinden. Dat is een kruis dat gedragen moet worden. Dat kruis zal er ook blijven, omdat de gerichtheid die ervaren wordt de tekenen draagt van de gevrokenheid vanwege de zonde. Dit laatste erkennen maakt dat er oog is voor de blijvende en moilijke worsteling die iemand doormaakt.

Kruis-dragen is niet gemakkelijk en vraagt een leven in afhankelijkheid van de Heere en Zijn hulp. In Lukas 9:23 zegt de Heere Jezus: 'Zo iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelven, en neme zijn kruis dagelijks op en volge Mij'. Dit volgen neemt het kruis niet weg maar doet wel ervaren de troost waarover Hebr. 4:15 spreekt: 'Want wij hebben geen Hogepriester, Die niet kan medelijden hebben met onze zwakheden, maar Die in alle dingen gelijk als wij is verzocht geweest, doch zonder zonde.' Het in de gemeente met elkaar meeleven neemt zo'n kruis niet weg. Als we met elkaar op deze manier oog hebben voor de gebrokenheid van de zonde, staat er niemand in kou en hoeft niemand zich afgewezen te voelen. Als iemand die weg echter niet wil gaan, is dat heel verdrietig en pijnlijk. Zeker als men daarmee aangeeft niet te willen buigen voor Gods gebod en zijn eigen keuzes wil maken.

De identiteit van de homoseksuele persoon

Iemands identiteit is meer dan zijn seksuele geaardheid. Seksualiteit is wel wezenlijk voor onze identiteit, maar onze identiteit valt er niet mee samen. Door alle aandacht voor het seksuele aspect, kan dat zulke grote vormen aannemen dat het lijkt alsof seksuele geaardheid en identiteit samenvallen. Krijgt seksualiteit en de beleving daarvan in onze tijd niet bijna afgodische en religieuze trekken?

Er is al veel gewonnen als in de contacten met een homoseksueel persoon het onderscheid tussen identiteit en geaardheid helder wordt. Daarbij moet niet vergeten worden dat seksualiteit wel deel uitmaakt van onze identiteit en zich daarom niet zomaar laat veranderen. Identiteit is geen jas die we even aan- of uittrekken.

Onthouding is volgens de Bijbel de enige begaanbare weg

Onthouding is volgens de Bijbel de enige begaanbare weg. Dit zal door velen niet geaccepteerd worden, maar als de kerk trouw is aan Schrift en belijdenis kan er geen andere weg worden gewezen. Hoewel er binnen de kerken als gevolg van de tijdgeest verschillend wordt geoordeeld, houden wij staande dat Gods Woord geen ruimte biedt voor 'langdurige homosekuele relaties in liefde en trouw'. Wat zou het een wonder zijn als iemand met homoseksuele geovelens, die met Gods hulp de weg van onthouding gaat, mag ervaren een volwaardige plaats te hebben binnen de gemeente.

Kerkordelijk handelen

Ambtsdragers hebben krachtens hun ambt de roeping om opzicht te hebben over leer en leven van de (doop)leden van hun gemeente. Dit houdt in dat ze erop moeten toezien dat (doop)leden zich in handel en wandel gedragen overenkomstig Gods Woord en de daarop gegronde belijdenis. De manier waarop deze kerkelijke tucht moet worden uitgeoefend ligt vast in onze kerkorde en moet gebeuren in liefde en bewogenheid. Met hun  afgelegde belijdenis hebben belijdende leden beloofd om zich aan deze kerkelijke tucht of vermaning te onderwerpen. Dit maakt dat bij kerkelijke vermaning, die gericht is op behoud en welzijn van de persoon, deze afgelegde belofte een zwaar accent krijgt. Het zich niet onderwerpen aan de vermaning noodzaakt de kerkenraad om na herhaalde gesprekken over te gaan tot tuchtmaatregelen zoals die in de kerkorde zijn beschreven. Het wordt door een kerkenraad als pijn gevoeld als daartoe moet worden overgegaan en iemand bijvoorbeeld de toegang tot het Heilig Avondmaal wordt ontzegd.

De roep om terug te keren van een zondige weg wordt steeds indringender en klemmender.
Als iemand een liefdesrelatie heeft met een persoon van hetzelfde geslacht of van plan is die aan te gaan, zal dat geen voortgang kunnen en mogen hebben. Zo'n keuze valt zwaar en geeft strijd, maar een andere is er niet als men tot de gemeente wil blijven behoren.

Daarbij heeft de kerk niet alleen het welzijn van de betreffende persoon op het oog, maar houdt ook rekening met de opspraak die iemands optreden in de gemeente geeft.

Doopleden, meestal jongeren, hebben nog geen belijdenis afgelegd en worden geacht te vallen onder het opzicht van de ouders. In de levensfase waarin ze volwassen worden en eigen keuzes gaan maken, gaan zich situaties voordoen waarin ze steeds zelfstandiger hun verantwoordelijkheid moeten nemen. Dit betekent dat de kerkenraad er dan niet omheen kan om, met medeweten van de ouders, hen rechtsreeks aan te spreken op hun verantwoordelijkheid.
Dit gebeurt bijvoorbeeld in het geval jongeren, man en vrouw, besluiten om niet te gaan trouwen maar te gaan samenwonen. Hetzelfde gebeurt als jongeren met een homoseksuele gerichtheid naar buiten brengen dat ze besloten hebben om samen een liefdesrelatie aan te gaan. Omdat het om doopleden gaat, zullen de gesprekken in eerste instantie een onderwijzend karakter hebben terwijl het terugroepen van de zonddige weg niet ontbreekt. Hoewel men voorzichtig en betrokken de gesprekken moet aangaan en ruimte voor bezinning moet geven, zal er toch een moment komen dat het tot een keuze moet komen. De keuze gaat om het prinicipiele punt of men genegen is en wil beloven af te zien van uitleving of in geval van uitleving wil terugkeren van die weg.

Het is een wonder en tot vreugde als iemand die vermaand wordt, buigt onder Gods Woord. Het is echter verdrietig als zo'n vermaning ertoe leidt dat iemand de kerk de rug toekeert.