Zojuist heeft hij hard gehuild. De tranen rolden over zijn wangen, zijn stem haperde, hij begon te hyperventileren. Zijn ogen schoten van links, naar rechts, naar boven. Hij wist niet waar hij het zoeken moest. Hij was intens verdrietig. Hij mist zijn familie in Somalië. Hij heeft zijn broers en zussen al meer dan 10 jaar niet gezien. Er is wel regelmatig contact via WhatsApp, maar hij heeft hen al die jaren niet in het écht gezien. Niet kunnen omhelzen, niet echt kunnen horen, geen dingen met hen kunnen doen. Ik zit me voor te stellen hoe dat voor mij zou zijn. Niet even samen een kopje koffie drinken, niet even samen wandelen, niet bij elkaar op verjaardag komen. Ik kom tot de conclusie dat ik het moeilijk vind om mezelf dat echt voor te stellen.
Hij is zijn geboorteland jaren geleden ontvlucht vanwege oorlog; het feit dat zijn familie daar nog steeds met aanslagen en onveiligheid te maken heeft raakt hem iedere dag. Hij probeert hen financieel zoveel als mogelijk te ondersteunen, wat regelmatig ten koste gaat van zijn eigen welzijn. Hij heeft een te groot hart en geeft (te)veel aan zijn familie, waardoor hij zelf soms geen eten of drinken meer kan kopen.
Hij is sterk getraumatiseerd. In een vorig gesprek heeft hij een aanslag uitgebeeld die hij heeft meegemaakt met behulp van stoelen, de tafel en allerlei voorhanden zijnde spullen, zoals de koffiebekertjes en theezakjes. Ik zie hem nog op de grond liggen, met zijn handen boven zijn hoofd. Voorzichtig om zich heen kijkend of het gevaar al geweken was. Het was hartverscheurend om te zien en te horen.
Ik vraag hem wat hem op de been heeft gehouden. “Only God”, vertelt hij me, “only God”. Hij heeft van zijn door rebellen doodgeschoten vader en door ziekte overleden moeder geleerd om te geloven. Hij kent een rotsvast vertrouwen op God. Elke dag opnieuw vertrouwt hij zichzelf, zijn situatie en zijn familie toe aan God. Hij vertelt me dat er dagen waren waarop hij zich afvroeg of hij die zou overleven. Elke dag opnieuw dankte hij voor en bad hij om bescherming, bewaring en het leven.
Ik ben stil en kijk hem aan. De tranen staan opnieuw in zijn ogen. Zijn woorden dringen langzaam tot me door. Ik zie een glimlach op zijn gezicht verschijnen. Ik zie blijdschap. Dankbaarheid. En hoop. Ik raak verwonderd over het rotsvaste geloof van deze jongeman en de kracht die de Heere hem heeft gegeven, elke dag opnieuw. We citeren de tekst uit Jozua 1: “Wees sterk en heb goeden moed, en verschrik niet, en ontzet u niet; want de HEERE, uw God, is met u alom, waar gij heengaat”.
Niet alleen in Somalië is er onveiligheid en lijden, ook dichtbij huis. En niet alleen oorlogsslachtoffers lijden aan trauma’s; ook mensen in Nederland die heftige dingen hebben meegemaakt en daar hulp bij nodig hebben. Het lijden doortrekt de hele wereld, in allerlei soorten en maten. Hulpverleners doen hun werk als instrumenten in Gods hand. De kracht van God is daarin onmisbaar, zowel voor cliënten als voor hulpverleners. Ik loop bemoedigd de spreekkamer uit.
Evelyne Sinke – Provily
Psychologe