Recent was Rhodé (de biologische zus van onze pleegkinderen) jarig. Door alle coronamaatregelen konden we niet bij haar op bezoek. Maar gelukkig is op bezoek gaan niet de enige manier waarop je kunt laten zien dat je verbonden bent met elkaar!
De dag voor de verjaardag zijn de kinderen de hele middag druk bezig. Wat doen ze hun best om hun kleurplaat zo mooi mogelijk te maken en het Rhodé naar de zin te maken. Net voor vijf uur fietsen we nog snel naar de brievenbus om de kunstwerken met de post mee te geven.
De volgende dag zijn ze helemaal opgewonden omdat Rhodé vandaag jarig is. En uiteraard moet er naar Rhodé gebeld worden. Wat zijn ze blij dat ze elkaar even kunnen spreken. ’s Avonds in bed ligt Rosalie nog drie kwartier verjaardagsliederen te zingen. “Dat is toch leuk voor Rhodé, want het is toch feest, want Rhodé is toch jarig”. Ze hebben elkaar vandaag niet ontmoet en toch voelen ze zo’n verbondenheid met elkaar.
Maar dan de vraag: “wanneer gaan we naar Rhodé?”. Rosalie heeft zelf al een oplossing bedacht. Zelf gaat ze aan de slag om een kalender te maken, zodat de dagen afgekruist kunnen worden. Iedere dag wordt geteld hoeveel nachtjes we nog moeten slapen voordat we naar Rhodé gaan.
In die dagen zit Rosalie niet stil. Ze knutselt van alles in elkaar. En vooral met hartjes, véél hartjes. Boekjes met hartjes, kleurplaten met hartjes, een ketting van kralenhartjes. Alles wordt zorgvuldig ingepakt en in een cadeautas gestopt.
Eindelijk… alle dagen op de kalender zijn doorgestreept. Vandaag gaan we eindelijk naar Rhodé. Wat hebben ze er veel zin in. Er worden plannen gemaakt voor het spelen met elkaar, de tas met cadeautjes wordt klaargezet. “Mam, wanneer gaan we, hoe lang duurt het nog?” We hoeven deze keer de kinderen niet aan te sporen om jassen aan te trekken. Ze staan al bij de deur te wachten totdat we eindelijk kunnen vertrekken.
Wat is het een feest als ze elkaar zien. De kinderen rennen op elkaar af, ze omhelzen elkaar. Alle cadeautjes worden uitgepakt en bewonderd. Rhodé glimt als ze alle knutsels ziet, ze vindt het zo super lief van Rosalie. En Rosalie staat er vol trots bij. Wat geniet ze als ze ziet hoe blij haar zus met de cadeautjes is.
De kinderen zijn onafscheidelijk. Ze spelen de hele tijd met elkaar. Het drinken dat Rhodé kiest, kiest ook Rosalie. Rosalie kiest dezelfde snoepjes, dezelfde chips. Wat kijkt ze op tegen haar grote zus. Als we aan tafel gaan om te eten moéten ze uiteraard naast elkaar zitten. De stoelen en borden worden nog iets dichter bij elkaar geschoven. En wat een lol hebben ze met elkaar. Ze hebben dezelfde humor. We horen van drie kinderen hetzelfde lachje. Ze dollen met elkaar. Bijzonder om ze zo bij elkaar te zien.
Dan is het tijd om weer naar huis te gaan. De kinderen omhelzen elkaar nog een keer. Opnieuw wordt er geknuffeld. Ze willen elkaar gewoon niet loslaten. En Rosalie wil toch echt een keer bij Rhodé gaan logeren, want dan kan ze heel lang bij haar grote zus zijn. We moeten Rosalie echt weg halen bij Rhodé. Rosalie begint te huilen: “ik wil bij Rhodé blijven, want ik vind haar zo lief en het is mijn zus…”
Zusjes die niet met elkaar in één huis wonen, maar toch zo verbonden zijn met elkaar. Dat is nog eens een band!
Leönie
(pleegmoeder)