We praatten nog wat over ‘wanneer verwachten jullie het; hoe voel je je nu’, en verheugden ons op het nieuwe neefje of nichtje dat zich aan zou dienen.
’s Avonds kwam er meer visite en ook zij werden deelgenoot gemaakt van het blijde nieuws. De vrouwen zaten bij elkaar en begonnen kraamverhalen uit te wisselen. Over hun zwangerschappen, bevallingen, de kraamtijd… Ze herkenden zich in verhalen van de ander, leefden mee met de aanstaande moeder en gaven allerlei tips. En ineens overviel het me: het gevoel hier geen deel van uit te maken. Ik liep naar de keuken om het dienblad en begon kopjes op te ruimen. Ik ruimde de vaatwasser uit en weer in, ruimde het aanrecht op en keek of ik alvast iets aan de hapjes kon doen voor straks. Ik bleef in de keuken hangen tot ik vermoedde dat ze waarschijnlijk nu wel op een ander onderwerp waren overgestapt. Ik keerde terug naar de kamer en niemand had iets in de gaten.
Toen de meeste visite was vertrokken, vroeg mijn broer of ze op zolder de wieg nog even konden zien. De wieg… waar wij allemaal in hadden gelegen; ik als eerste. Die de familie rondging, telkens als er weer een kleinkind op komst was. Die mijn broer en schoonzus straks weer mee zouden nemen voor hun kindje. Enthousiast togen ze naar boven. En daar was het gevoel weer. Ik wist dat er geen moment meer zou komen dat ik die wieg mee zou nemen. Het deed pijn. Ik vermande me, want ik wilde de blijdschap niet bederven.
Ik ben weer tante geworden. Een tante die veel van haar nieuwe neefje houdt en dol op hem is. Voor geen goud zou ik hem willen missen. Mijn broer en schoonzus zijn geweldige ouders; wat fijn om te zien! Dwars door alle pijnlijke momenten heen leer ik dat God mijn leven leidt – niet zoals ik het had gedacht, maar zoals Hij het heeft gewild. Het moederschap is een prachtig iets – maar het is niemands bestemming. En ik weet dat God mij op mijn bestemming brengt. Dat is zeker!
Maaike