Terwijl ik zo het één en ander zit te overdenken, komt mijn man naar beneden, duidelijk niet zo fit!
Hij geeft aan thuis te zullen blijven, daar hij zich flink grieperig voelt. Mijn man gaat weer naar bed en ik maak wat te eten en te drinken en breng dat later bij hem.
De slaapkamer opruimen gaat nu niet. Ik zet opnieuw koffie en drink die rustig leeg om mijn gedachten te ordenen. Plots de bel, de postbezorger… niet voor ons, maar vanzelfsprekend neem ik het pakje aan voor de buren.
Toch maar beginnen met de keuken opruimen. Ik hoor mijn man boven hoesten en ga even kijken, gelijk nog wat drinken mee en een praatje.
Weer beneden gaat opnieuw de bel, de buurvrouw komt het pakje halen en maakt gelijk een kort praatje. Ik vertel dat mijn man griep heeft en korte tijd later zeggen we elkaar gedag.
Weer in de woonkamer overvalt het me opeens, als een zware bekende deken en ik zink neer op de bank. Ik zou zomaar kunnen huilen. Die extreme vermoeidheid die me plots kan overvallen maakt me bang… gek. Ik zou er ondertussen aan gewend moeten zijn.
Wat mankeert me nu, wat is er mis gegaan!?
Ik breng het op om eerst maar eens een boterham met pindakaas te smeren. En als ik deze op heb, realiseer ik mij twee dingen. Als natuurlijke reactie ben ik in de zorgende modus gegaan. En belangrijker: ik kan nog niet schakelen als dingen anders lopen.
De vermoeidheid blijft aanwezig, maar gelukkig in iets mindere mate. Ik besluit lief te zijn voor mezelf vanmiddag en geef mijzelf toestemming om één was te doen in plaats van alle was.
Later die middag kom ik weer wat meer tot mijzelf en kan ik plots genieten van de bloem die ik gisteren geplukt heb. Die staat te schitteren op de tafel.
Ik ben nu bijna twee jaar herstellende van mijn burn-out en ik mag weer genieten en dingen doen in kleine porties. Het is een grote troost te weten dat de Heere er was, juist in de moeilijkste momenten. Er was elke dag reden tot dankbaarheid. Het is een zegen deze dankbaarheid nu ook te mogen ervaren.
Gerdien