Niks om over te praten
Haar jas hield ze aan. Altijd, elke les, bijna geen leraar die het voor elkaar kreeg haar haar jas uit te laten doen. Hij zat als een beschermend laagje om haar heen. Wie haar er op aan sprak kreeg al snel in de gaten dat het daar niet over moest gaan. Het was geen manier om aandacht te trekken of te provoceren, deze jas was heel hard nodig om er te kunnen zijn. Als er een leraar was die even niet oplette dan legde ze haar hoofd op haar arm, heerlijk op die zachte jas. Ze was onopvallend aanwezig in de les. In de pauze was dat anders. Ze voerde het hoogste woord en bepaalde waar de meiden gingen zitten en of ze naar de supermarkt gingen. Over haarzelf ging het nooit. Kwamen de gesprekken iets te dichtbij, dan mepte ze verbaal om zich heen.