Langzaam uitrekkend, snuffelend aan dat wat wellicht voedzaam is. Eén been in slaapland, één been in het lentelicht. Een tikje verdwaasd; zoals een beer die wakker wordt uit zijn winterslaap. Dat is hoe ik me afgelopen weken heb gevoeld.
Het begon met een coronabesmetting in maart, nog net voordat de meeste maatregels opgeheven werden. Mijn hoofd leek even niet meer in het gareel te lopen en volgde af en toe zijn eigen spoor. Na een paar dagen ziek zijn, lukte het elke dag om weer meer te doen. Toch heeft de nasleep nog wel een tijdje geduurd. Al is het de vraag of dat alleen met corona te maken had. Met het afschaffen van de maatregels, kwamen er weer verjaardagen in de agenda en werden allerlei activiteiten weer opgestart. Het mocht weer en we deden het weer. We zijn nog amper een maand verder en corona is inmiddels (na 2 jaar de boventoon gevoerd te hebben in de maatschappij) ver naar de achtergrond verdwenen! Ik heb me dan ook serieus afgevraagd of ik het woord corona nog moest gebruiken in deze blog…
Ik heb het toch gedaan, want er is één ding wat we me in de afgelopen maand bijzonder opgevallen is. En dat is de veerkracht die in mensen zit. Hoe snel het werkritme van naar kantoor gaan weer normaal is. Hoe snel het weer normaal voelt om met elkaar op het schoolplein English Day te vieren. Hoe snel het weer normaal is om op een verjaardag te zitten. Hoe snel er ook weer niet meer in de elleboog gehoest wordt en er geen handen meer gewassen worden. Hoe snel we het weer druk hebben… Ik heb me er in positieve zin over verbaasd. En toch ook weer niet, want eigenlijk heb ik dit al lang gezien in de spreekkamer. Mensen die terugveerden. Hun leven weer oppakten na een negatieve ervaring. Mensen die gingen doen wat ze even daarvoor nog heel moeilijk vonden en waar ze al lang geen ruimte meer voor in hun hoofd hadden. Mensen die aan het einde van een traject niet eens meer weten hoe ze de spreekkamer de eerste keer binnen kwamen.
Ook te midden van kranten die schrijven over een vreselijke oorlog die gaande is, die schrijven over het teveel centraal stellen van emoties, die berichten van lange termijn problemen van corona, zie ik veerkracht. Mensen die ondanks alles proberen hun leven weer op te pakken. Zo bleek de coronaperiode of een moeilijke periode in het leven, net als bij de beren, geen winterslaap maar een winterrust.
Veerkracht is een kracht die hoop geeft in moeilijke tijden. Veerkracht is een gave die we als mens gekregen hebben. En ergens hoop ik dat ik ook kalendercellen heb, net als een beer. Cellen waardoor ik niet door factoren in de samenleving, maar door iets binnen in me, eraan herinnerd wordt dat ik af en toe rust nodig heb. Dat ik -en ik geloof ook de rest van de mensheid- af en toe een winterrust nodig heb. Laten we elkaar dát in een voorthollende samenleving voor ogen houden, want ik denk dat die kalendercellen nodig zijn om de veerkracht ruimte te geven! Veerkracht is een kracht die hoop geeft in moeilijke tijden.
Suzanne den Breejen
Psycholoog bij Stichting De Vluchtheuvel