Op woensdagmiddag stond ik bibberend te wachten op de bus die me naar het zwembad zou brengen. Minstens een half uur onderweg met alleen maar onbekende kinderen die spotliedjes zongen over het Kerstfeest. Ik durfde er niets van te zeggen. Of gewoon maar de goede versie te zingen. En ouders werden niet geacht mee te gaan.
Eenmaal in het zwembad, voelde ik me misselijk van de zware chloorlucht. Onder water zwemmen lukte van geen meter. Omdat ik meer aan de kant hing dan dat ik in het water te vinden was, had ik het altijd koud. De badmeester joeg me op stang door te zeggen dat ik vast niet lang zou leven met van die blauwe tenen en vingers. Het werd een kortstondig avontuur met een achteraf grote impact. Het zwembad roept nog altijd vervelende associaties op. De zwemles van onze eigen kinderen liet ik met alle liefde aan mijn man over. Negen keer begeleidde hij zonder mopperen zoon of dochter op een lang of een heel lang traject – sommige kinderen leken op hun moeder – naar het felbegeerde papiertje. Nu onze kleinzoon eraan moet geloven, komen de herinneringen weer boven.
Opluchting
De eerste les voor kleinzoon breekt aan. En dat voelt voor hem nogal dubbel. Hij heeft er erg veel zin in. Want broer en neven hebben hun ABC-diploma gehaald. Dat is stoer! Hij vindt het ook spannend. Gelukkig kan hij samen met mama naar het zwembad vertrekken. Achterop de fiets kletst, vraagt, grapt hij aan één stuk door. Om zo grip te krijgen op wat komen gaat. Zijn moeder zit gedurende de les aan de kant om hem aan te moedigen. En zowaar: hij krijgt plezier in de spelletjes die ervoor moeten zorgen dat hij watervrij wordt. De les vliegt om. Nog een douche en dan aankleden. De eerste les zit erop en wat was het leuk. In de kleedkamer begint hij van pure opluchting te zingen: “Wat is God goed geweest”. Trouwhartig kijkt hij zijn moeder aan en zegt: “Ja he mam! Want het ging fijn”. Dan zet hij nog maar een keer in. “Wat is God goed geweest”.
Zomaar, midden tussen de andere kinderen in de kleedkamer vrijmoedig zingen van Gods goedheid.
Ik bid of hij die vrijmoedigheid mag blijven houden. En of God het mij ook wil geven.
Mettie de Braal