Het is belangrijk om in een gesprek de verbinding te leggen. De vragen die je stelt zijn vaak bepalend voor de antwoorden die je krijgt. Welke vragen stel je? Belangrijk is dat je aansluit bij de situatie waarin je gesprekspartner zit. Richt je niet op de lasten die iemand draagt, maar zoek naar hoe iemand deze onmogelijke situatie volhoudt. Hoe bent u zover gekomen? Hoe lukt het u om dit alles te dragen en vol te houden? Naar welke situatie verlang je terug? Wat voor situatie was dat? Bij wie kun je terecht met je zorgen en je vragen? Wat zou ik als ambtsdrager u kunnen bieden? Op welke manier kan de gemeente u helpen om dit vol te houden? Door ‘verbindende vragen’ te stellen (vragen waar je op zoek gaat naar welke verbindingen iemand (nog) heeft) kun je de situatie vaak goed inschatten. Hierdoor weet je waar hulp nodig is en op welke manier je als ambtsdrager (en daarachter als gemeente) betrokken kunt zijn. Je kunt dan bijvoorbeeld gericht hulp aanvragen bij vrijwilligers in de gemeente, die voor een ander klaar staan (via bijv. een commissie ‘Naastenhulp’ of ‘Omzien naar elkaar’.
Als ambtsdrager ben je geroepen om het Woord van God te laten spreken in deze situatie. Biddend om de leiding van de Heilige Geest kunnen, vanuit het gesprek dat je gevoerd hebt, Bijbelse parallellen oplichten. Hoe hield Job zijn situatie vol? Wat zou er door de man die 38 jaar ziek was zijn heengegaan, toen Jezus daar was? Bij wie kon de Samaritaanse vrouw terecht met haar vragen? Belangrijk is dat het een Bijbelgedeelte is, waardoor iemand zich gekend weet in zijn situatie. Dan ontstaat er verbinding met het Woord. Let erop dat het gedeelte niet verkeerd opgevat kan worden en licht toe waarom je dit gedeelte kiest. Laat de barmhartigheid en bewogenheid van de Heere Jezus het gesprek tekenen. “In al hun benauwdheden was Hij benauwd.”(Jesaja 63: 9).
Augustinus zegt in zijn Belijdenissen dat het leven vol is met beproevingen. We moeten dan ook niet van ons leven houden, maar we moeten het uithouden. God geeft de gemeente om er zo voor elkaar te zijn. Dat is ook de opdracht die Paulus aan de gemeenten in Galatië geeft: “Draagt elkanders lasten en vervult alzo de wet van Christus.”(Galaten 6: 2)
Henri Keurhorst