We krijgen alle papieren toegestuurd van de rechtbank. Met grote nauwkeurigheid nemen we alles door. We zetten onze bevindingen en onze vragen op papier. Met ons verstand weten we dat het niet anders kan dan dat de kinderen nog langer bij ons mogen blijven. Maar de juridische uitspraak moet toch gedaan worden. En daar wachten we nu op.
We gaan opnieuw met andere ogen naar “onze” kinderen kijken. Wat zijn we toch veel van hen gaan houden. We moeten er niet aan denken dat ze weg zouden moeten uit ons gezin. Met ons verstand weten we dat pleegzorg geen ‘hebben’ maar ‘helpen’ is. Toch ervaren we steeds opnieuw hoe moeilijk dit in de praktijk blijft. We geven de kinderen nog een extra knuffel. We bidden of God de weg wil wijzen en zal doen wat goed is voor de kinderen. Wat is het moeilijk om ook dan te bidden “Uw wil geschiede”, omdat we zo onze eigen gedachten en verlangens hebben. Toch mogen we het los laten en in Zijn handen leggen.
Twee dagen voor de zitting krijgen we te horen dat de eigen voogd niet zelf aanwezig zal zijn tijdens de zitting. Een collega zal de zaak waarnemen. We zijn teleurgesteld en eigenlijk ook boos. We willen zo graag dat er recht gedaan wordt en in het belang van de kinderen gehandeld wordt. En daar hebben we alle betrokkenen bij nodig. We zijn van mening dat een voogd die zelf direct bij de zaak betrokken is, veel meer en beter inhoudelijk informatie kan uitdragen dan iemand die de zaak waarneemt. Maar we hebben geen keuze.
De dag van de zitting is aangebroken. We zijn gespannen en toch krijgen we ook rust. Tegen de kinderen hebben we verteld dat “papa en mama” met een meneer gaan praten. De oppas arriveert, we zeggen de kinderen gedag en we vertrekken.
Het is niet de eerste keer dat we een rechtbank binnen gaan, toch blijft het een vreemde gewaarwording. Detectiepoorten door, melden voor welke zaak je komt en dan wachten. We wachten tot we binnengeroepen worden.
Achter gesloten deuren wordt de voogd ondervraagd. Helaas weet deze voogd niet op alle vragen een sluitend antwoord te geven. Ook biologische ouders mogen het woord voeren. De rechter stelt kritische vragen aan alle betrokkenen. Ook wij krijgen het woord om te vertellen welke gedrag en welke ontwikkeling we bij de kinderen zien. Door alle vragen die de rechter stelt en zijn reactie op alles wat gezegd wordt, hebben we geen idee welke uitspraak hij zal gaan doen. Onze spanning stijgt. Als alle partijen gehoord zijn, doet de rechter de uitspraak. Uitspraak? Nee, er komt nu geen uitspraak. De rechter geeft aan dat hij op dit moment geen uitspraak kan doen, hij wil alle informatie nog eens overwegen. Hij geeft aan dat hij binnen twee weken schriftelijk uitspraak zal doen. Met deze informatie verlaten we de rechtszaal.
Met dubbele gevoelens gaan we naar huis. We hebben sterk de indruk dat de voogd niet alles heeft laten doorklinken hoe de feiten liggen. We zijn teleurgesteld. Nu hebben we nog geen duidelijkheid, er is nog geen zekerheid over de plaats van deze kinderen mogen opgroeien. We zullen weer moeten wachten.
Ook dit is pleegzorg. Opnieuw hebben we ervaren dat het in pleegzorg altijd anders gaat dan je gedacht had. Pleegzorg blijft een wereld van onzekerheid. Steeds opnieuw moet je je verwachtingen bijstellen, steeds weer schakelen. Dit vraagt flexibiliteit van ons. En toch… deze kinderen zijn op onze weg geplaatst, we houden veel van ze en daarom gaan we door!
Een pleegmoeder