Goed om te doen, maar zijn er geen betere manieren? Een kerkproeverij bijvoorbeeld? Het idee erachter spreekt mij wel aan. Je probeert mensen op wie je betrokken bent, mee te nemen naar de kerk. Mensen nodigen elkaar overal voor uit, dus waarom niet voor de kerkdienst?
Wij denken bij evangeliseren vaak aan het uitdelen van een evangelisatiefolder. Maar kan het niet anders? Zo’n folder is onpersoonlijk. Natuurlijk geloof ik dat de Heere zo’n folder wil gebruiken en ik geloof zeker dat daar voorbeelden van zijn. Maar juist mensen en contacten tussen mensen zijn belangrijk als het gaat om het doorgeven van het Woord. En daarvoor kunnen we onze eigen sociale contacten gebruiken. Misschien juist ook wel het contact met die vriend of dat familielid dat de kerk de rug heeft toegekeerd. Bedenk wel dat je dan ook geïnteresseerd moet zijn in de ander. Ga ook eens in op iets waarvoor de ander je uitnodigt, tenminste als het niet iets is wat haaks staat op dat wat de Heere van je vraagt.
Misschien ken je de uitspraak wel dat een kerk die niet werft, sterft. Een kerk die niet werft, is namelijk een kerk van een bedenkelijk soort; het is een kerk zonder een levend hart. Als kerk, jong en oud, roept de Heere ons om voor Hem te leven; Hem lief te hebben, zodat anderen dat merken en ook gaan vragen naar de God van de Bijbel. Allereerst is daarvoor nodig dat jij de Heere kent. Je moet in de Wijnstok zijn om vruchten te kunnen dragen. Alles wat de levende Kerk heeft is van Christus afkomstig. Maar dát is gelijk ook het Beste wat de kerk de wereld te bieden heeft: Jezus Christus leeft en Hij is gekomen om de zonde van de wereld weg te nemen (Joh. 1: 29). In Hem hebben de gelovigen geproefd hoe goed en genadig de Heere is en daarom mogen ze anderen uitnodigen: Smaakt en ziet dat de HEERE goed is.
- Nodig een paar keer per jaar iemand uit voor een kerkdienst
- Neem een buurjongen of buurmeisje mee naar de JV
- Ga op JV in gesprek hoe je dit samen kunt doen, misschien een speciale JV avond?
- Ga ook in op een uitnodiging van iemand anders
Dirk-Jan Nijsink