Bij de oprichting van de de vereniging Naamloos Verdriet verscheen het volgende artikel in het RD.
Het verlies van een kindje is ingrijpend, weet ds. J. Joppe. “Toen onze Christian bijna één was, raakte hij door een virus ernstig gehandicapt. Eind 2003 overleed hij plotseling op 9-jarige leeftijd. Daarna beseften we pas echt hoeveel Christian voor ons betekende.” De hersteld hervormde predikant van Oud-Beijerland is voorzitter van Naamloos Verdriet. Op 12 oktober belegt deze nieuwe reformatorische oudervereniging haar eerste bijeenkomst in Woudenberg.
Volgens de predikant bestaat er al langere tijd bij verschillende ouders van wie een kind op latere leeftijd is overleden behoefte aan lotgenotencontact. "Er leven bij hen andere vragen en zij hebben meer herinneringen aan hun kind dan ouders van wie een kind tijdens de zwangerschap of kort na de geboorte is overleden. Voor laatstgenoemden is er de vereniging In de knop gebroken.”
Het valt de predikant vaak op hoeveel mensen een kind hebben moeten begraven. “Hun verdriet blijft soms lang verborgen en wordt pas op oudere leeftijd gedeeld. Het delen van ervaringen en het bespreekbaar maken van het rouwproces kan ouders tot steun zijn. Het komt, ook binnen de kerk, voor dat man en vrouw uit elkaar groeien of zelfs scheiden door een totaal verschillende verwerking van het verlies van hun kind. Dat zal zeker tijdens onze bijeenkomsten aan de orde komen. Een ander belangrijk thema is de omgang met de andere kinderen. Ouders en kinderen hebben hun eigen verdriet. Vanuit de Bijbel willen we hun een handreiking doen."
Naamloos Verdriet gaat in principe twee keer per jaar een avondbijeenkomst beleggen, niet alleen in Woudenberg, maar ook in andere plaatsen. Daarnaast krijgen ouders die hun verhaal kwijt willen de mogelijkheid om de vereniging te bellen.
Ellie de Rijke, maatschappelijk werken van De Vluchtheuvel, is als adviseur bij Naamloos Verdriet betrokken. Ze herkent de vraag naar lotgenotencontact. “Mijn collega’s en ik horen regelmatig van ouders dat ze behoefte hebben aan een vereniging van mensen die hetzelfde hebben meegemaakt. Tot kortgeleden heeft echter niemand dit opgepakt.”
"Zeker als het overleden kind ouder is, hebben ouders met een heel netwerkt te maken", zegt De Rijke. “Behalve met familie met school, vrienden die het kind goed kennen en eventuele hulpdiensten. Dat is bij mensen die hun kind tijdens de zwangerschap of kort na de geboorte verloren meestal niet het geval.”.
Ook De Rijke benadrukt dat aandacht voor de verschillen in verwerking tussen een man en een vrouw nodig is. “Meestal blijven vrouwen meer in hun gedachten met het verlies van hun kind bezig dan mannen, terwijl beiden het overlijden van hun zoon of dochter even verdrietig vinden. Mannen kunnen hun gedachten vaker even parkeren. Bij vrouwen bestaat daarnaast meer behoefte om over hun gevoelens te praten. Het is goed om die verschillen te onderkennen en van elkaar te accepteren.”
Reformatorisch Dagblad 13-09-2018